Jantje vraagt aan de meester “Meneer, kan je ook straf krijgen voor iets dat je niet gedaan hebt?” “Natuurlijk niet, jongen” antwoordt de meester. “Gelukkig maar” zegt Jantje “want ik heb mijn huiswerk niet gemaakt”.
Jantje zit met zijn moeder in de kerk. Na een tijdje wordt Jantje misselijk en moet hij overgeven. “Vlug naar buiten jij!” zegt zijn moeder. Dus Jantje snelt naar buiten. Een paar tellen later is Jantje al weer terug in de kerk en vraagt moeder “Ben je nu al terug?”. “Ja” zegt Jantje “bij de deur staat een schaal waarop staat: voor de zieken”.
Meester: “Jantje, als ik 3 eieren op tafel leg en jij legt er nog 4 bij, hoeveel eieren liggen er dan op de tafel?” “3 meneer, ik kan namelijk geen eieren leggen.”
De vader van Jantje zit te wachten tot Jantje thuis komt. Maar Jantje komt maar niet thuis. Dus gaat zijn vader maar eens kijken waar hij blijft. Bij de school van Jantje treft hij hem aan. “Jantje,” vraagt hij, “waarom kom je niet naar huis?” Jantje antwoordt: “Nou, we hebben met aardrijkskunde geleerd dat de aarde draait en ik zit hier te wachten tot ons huis voorbij komt.”
Jantje heeft van zijn oma een nieuw zakhorloge gekregen, maar na een week doet ie het niet meer. Als Jantje het horloge openschroeft valt er een dode vlieg uit. “Oh” zegt jantje “ik zie het al, de machinist is dood!”.
Jantje rent naar z’n moeder toe en zegt tegen haar “Mam, ik heb 2 vliegen gevangen, een mannetje en een vrouwtje.” Moeder: “Maar hoe weet je nou of het een mannetje of een vrouwtje is?” Jantje: “Nou, het mannetje zat op het sigarenkistje en het vrouwtje op de spiegel.”
Jantje vraagt op een gegeven moment aan de meester: “Meester, wat is het verschil tussen ‘gratis’ en ‘voor niks’?”. “Nou” antwoordt de meester “dat is in jouw geval heel simpel: je mag gratis naar school, maar voor jou is dat voor niks”.
Jantje’s vader hoort zijn zoontje tegen zijn konijn praten: “Hoeveel is 5 + 5?” “Waar ben je nu weer mee bezig?” vraagt vader stomverbaasd. Jantje antwoordt: “De meester zegt dat konijnen heel snel kunnen vermenigvuldigen, maar dit stomme beest kan niet eens optellen”
Jantje loopt langs het huis van de burgemeester en spuugt tegen het raam. De burgemeester komt boos naar buiten en vraagt: “Wat zou jouw moeder ervan vinden als ik bij jullie tegen het raam spuug?” Jantje: “Dat zou ze heel knap vinden, wij wonen op de tiende verdieping!”
Jantje neemt altijd een liniaal mee naar bed. Vraagt moeder op een dag “Jantje waarom neem je elke dag een liniaal mee naar bed?” waarop Jantje atwoord “Ik wil weten hoe lang ik slaap!”
“Jantje, laat me je rapport eens zien” vraagt vader. “Dat kan niet” antwoordt Jantje “ik heb hem aan een vriend geleend. Die wilde zijn ouders eens flink laten schrikken.”
Er is een overstroming en vader, moeder en Jantje zitten op het dak. Plotseling drijft er een hoed voorbij. Eerst drijft hij naar links, dan weer naar rechts, dan weer naar links. Dit herhaalt zich voortdurend. “Wat is dat nu?” vraagt Jantjes moeder. Jantje: “Oh, dat is de buurman. Die ging het gras maaien, weer of geen weer.”
Jantje vraagt aan zijn oma: “Oma, bent u van ijzer?” Oma: “Hoe kom je daar nou bij?” Jantje: “Omdat papa gisteren vroeg of die ouwe tang ook langskwam.”
Jantje komt in een doe-het-zelfzaak en vraagt om spijkers. Verkoper: “Hoe lang moet je ze hebben?” Jantje: “Hoe lang kan je ze missen?”.
Jantje zit langs de gracht heel hard te huilen. Komt er een bezorgde mevrouw naar Jantje toe en zegt: “Stil maar, stil maar, wat is er gebeurd?” Jantje zegt: “Mijn moeder heeft allebei de katjes in de gracht verzopen” “Oooh, wat gemeen!” zegt de mevrouw. “Ja,” zegt Jantje, “ze had nog zo beloofd dat ik het mocht doen.”
Jantje komt te laat op school. Vraagt de juf: “Waarom ben je te laat Jantje?”. “Ik droomde over voetbal juf”. “En is dat een reden om te laat te komen?”. “Nee juf, maar ze hadden verlenging”.
Jantje zit met z’n vader in het café. Zegt Jantje’s vader: “Zie je die 2 lampen daar hangen? Als je er 4 ziet, dan ben je zo dronken als een aap”. Jantje: “Maar paps, daar hangt maar 1 lamp hoor!”.
Jantje komt thuis en zegt tegen zijn vader: “Pap later wil ik rijk worden. Dan wil ik een groot huis zonder badkamer en elf bedienden en veel eten natuurlijk”. “Geen badkamer?” vraagt vader. “Nee” antwoordt Jantje “want ik wil stinkend rijk worden”.
Jantje: “Vader, ik moest op school blijven.” Vader: “En hoe kwam dat nou weer?” Jantje: “Ik wist niet waar de Dolomieten lagen”. Vader: “Hoe vaak heb ik je al niet gezegd dat je je spullen beter op moet ruimen.”
Jantje zit aan tafel te eten met zijn vader en moeder, als hij plotseling iets wil zeggen. Vader: “Ho ho, Jantje. Niet met volle mond praten.” Als ze het eten op hebben vraagt vader aan Jantje: “Nou, wat wilde je daarnet precies zeggen?” Jantje: “Laat maar zitten. Er zat een vlieg op je vork, maar je hebt ‘m nu al opgegeten.”
Jantje is bij de tandarts geweest. Vraagt moeder: “Doet je kies nu nog pijn?” Jantje antwoordt: “Geen idee, de tandarts heeft hem gehouden”.
Jantje zit te huilen op de bank. “Waarom huil je?” vraagt moeder. Jantje: “Ik heb net een boekje gelezen dat heel erg slecht afloopt.” Moeder: “Wat is dat dan voor boekje?” Jantje: “Mijn spaarbankboekje.”
Jantje vraagt aan oma: “Oma, bent u van karton gemaakt?” Oma: “Nee natuurlijk niet, hoe kom je daar nou bij?” “Nou” antwoordt Jantje, “papa en mama zeggen telkens als u op bezoek komt: och shit, daar komt die ouwe doos weer.”
Jantje komt thuis met een slecht rapport. “Voor zo’n rapport lijkt me een flink pak slaag wel op zijn plaats” zegt vader boos. Jantje antwoordt: “Dat lijkt me inderdaad een goed idee, pa. Ik weet wel waar de meester woont.”